Longreads

Duik dieper in de programmatie van STUK met enkele uitgebreide teksten en longreads, met onder meer de teksten van Leuven Kritiek, de masterclass kunstkritiek van Rekto-Verso, tekst en beeld over geluidskunst in Vlaanderen, of de najaarstentoonstellingen in 2021 van Helen Cammock en Jan Duerinck.

Leuven Kritiek


Van oktober 2022 tot april 2023 organiseerde rekto:verso opnieuw Leuven Kritiek, zijn vijfde masterclass kunstkritiek aan tien critici-in-spe met een Leuvense link, in samenwerking met STUK, 30CC en KU Leuven. Ze gingen samen naar theater, dans, beeldende kunst en geluidskunst, schreven hun impressies neer, geven elkaar feedback en ... herschrijven, onder impuls van theatercritici Evelyne Coussens en Gilles Michiels. Enkele vruchten van de vierde Leuven Kritiek-generatie over voorstellingen in STUK vind je hieronder, zelf deelnemen aan de vijfde editie kan vanaf september 2024!

Wat zou ‘Niet vallen’ kunnen betekenen? Is het een waarschuwing om jezelf niet te bezeren? Een aansporing om vlot je doel te bereiken, zonder twijfelen of falen? En kunnen vrij spel en pure fantasie ondanks deze aanmaning toch zegevieren? Felien Vandermotten zag de gelijknamige kleutervoorstelling van het gezelschap tout petit. Haar recensie verscheen in het kader van de masterclass Leuven Kritiek.

Twaalf jaar na de première neemt Miet Warlop het tragikomische objectentheater van Springville opnieuw op. In After All Springville geeft de beeldend kunstenaar een absurde wereld vorm via levende objecten. Ze laten je opnieuw leren wat verwondering is.

Margot De Grave Loyson zag de voorstelling Medusa is Laughing van de Nieuw-Zeelandse choreografe Tessa Hall en verbindt die ervaring met culturele stereotiepen over de vrouwelijke lichamelijkheid. Je hoeft als vrouw immers geen klauwen of vijf vuurspuwende koppen te hebben om als monsterlijk te worden ervaren. Dit essay kwam tot stand in het kader van de masterclass Leuven Kritiek.

Hoe verhouden de taal van het lichaam en die van het woord zich tot elkaar – op de bühne en erbuiten? Waar versterken ze elkaar, of spreken ze elkaar tegen? Jasmien Van de Beek vroeg het zich af na het zien van de voorstelling Human Instruction Manual van fABULEUS en choreograaf Helder Seabra.

Astrid Soetewey zag de jazzfilm As We Walk van gabbro, het collectief van saxofoniste Hanne De Backer. De wandelende muzikanten doen haar wegdromen over andere vluchtwegen uit de menselijke routine. Of hoe een kameel, een conducteur en Julio Cortázar het debat over Artificial Intelligence met een streepje jazz opladen.

Kunstenpunt publiceerde eind 2022 een uitgebreid artikel over het ontstaan en de groei van geluidskunst in Vlaanderen. Je kan het artikel vinden op de website van Kunstenpunt, of via de button hieronder. Bij het artikel hoort ook een video van Sander Tas - ook die kan je hieronder bekijken.

Op vrijdag 21 oktober stellen Jente Waerzeggers en Mathieu Serruys hun nieuwe elektronica-samenwerking voor in Studio STUK in Manhattan. Naar aanleiding van dat optreden sprak Subbacultcha met Jente - over muziek, fotografie, print media en de Leuvense undergroundscene.

In de context van de solotentoonstelling van Jan Duerinck Support as Supposed
schreef Oriana Lemmens deze omkaderende tekst.


For if one is standing in front of a closed door - It’s not difficult to
browse the internet and find a guideline on how to open a key-closed door
and, likewise, it is not hard to ignore the mandatory sentence we read at
the beginning of these directions: ‘Only open locks which belong to you,
or ones you have been given express permission to open’.

What you’ll read here is - obviously - not an introduction to the ‘art of
lock picking’ as it’s only logic to understand that the guideline has by
no means the intention to explain what will be revealed when the lock
surrenders itself to its intruder: It just isn’t important to know what we’ll
find on the other side of the wall.

But how to approach a work of art that, at first glance, does not seem to
give an indication of the meaning of its existence? To permeate the im-
permeable, we will have to make use of the only thing, the only object in
our access: a hairpin.

Those who still have difficulties containing their curiosity will close
one eye and peek with the other through the keyhole to get an idea of
what lies behind, yet, they will merely get a vague and confined image of
a spectrum. Another way not to seem ‘desperate-to-know’ is to resist the
dive (deep deep dive) into a symbolical interpretation of this seemingly
small and futile tool, as it will tell us nothing about the way to handle
it best and, finally, to click the lock.

The/A solution here could be a delineation of the object’s ordinary nature
as art gives us the capacity to traverse materialities. The formal existence
of this pin, with its characteristic 180-degree bend after which the curves
in mountain roads are called, is determined by its purpose, its function to
fix, to attach, to model.

What if a form is repeated, the same, but different? Fluctuating its usabil-
ity, scale, pliability - balancing between the functional and the ornamen-
tal? How far can you go from the object’s original mold to the point in
which the object’s conceptual meaning completely changes? What about
the idea of space in relation to the attached and the unattached? And does
it all end when the hairpin becomes a wall
itself: a concrete, impervious, almost conceptual caricature?

We wonder – repeatedly pinning, deforming, and fiddling the lock, but
then realize, only when it is silent you can hear the pin drop.

Nietsdoen is een daad van verzet maar ook een daad van zorg.

Helen Cammock

Je film They call it Idlewild gaat over het belang van nietsdoen. Hoe integreer jij nietsdoen in je kunstpraktijk?

Dat is een moeilijke vraag, want nietsdoen heeft lang geen rol gespeeld in mijn leven. Eerst werkte ik als maatschappelijk werker, daarna ging ik naar de kunstacademie, studeren en werken tegelijk, en dat bleef ik doen tijdens mijn master. Daarna probeerde ik een atelierpraktijk op te zetten en werkte ik voor een liefdadigheidsinstelling die fotografie en film gebruikte als een middel voor maatschappelijke verandering. Ik heb de laatste tien jaar consequent tussen de vijfenveertig en zestig uur per week gewerkt.

Er was niet veel ruimte in mijn leven voor nietsdoen, en dat had invloed op veel dingen, waaronder mijn persoonlijke leven. Misschien was ik een van de weinigen die opgelucht was toen de lockdown werd aangekondigd. Het betekende dat ik even een pauze kon nemen. Eerst dacht ik dat ik wel nieuw werk zou maken, maar dat was niet zo. Ik kon niets doen, ik kon niet lezen, ik kon geen werk maken. Ik denk dat ik gewoon even moest nietsdoen. Ergens in mijn hoofd, besefte ik: ‘Het is genoeg geweest’.

Waarom vind je nietsdoen zo belangrijk?

Mijn film gaat over de noodzaak van nietsdoen om ideeën te laten ontkiemen, om gedachten te laten bezinken. Het heeft iets meditatiefs, iets reflectiefs. Het is een ruimte van niets, waarin je geest, en je lichaam, toch in beweging blijven. Je geest stopt eigenlijk nooit. Die is altijd aan het werk, of je je er nu bewust van bent, of niet. Het kapitalistische idee dat we enkel arbeiders zijn, zaait verdeeldheid. Sommige mensen worden gezien als waardig voor het kapitaal dat ze verdienen, sommige mensen worden gezien als harder werkend dan anderen, of er nu wel of niet meer inkomen is voor wie het hardst werkt. Al die noties zetten alleen maar aan tot competitie en tot een vals gevoel van meritocratie. Hoe kan er ruimte voor creativiteit ontstaan, als we altijd maar nadenken over wat we moeten produceren? Nietsdoen is een daad van verzet, maar ook een daad van zorg. Mijn kunstproject gaat over de relatie tussen veerkracht en verzet. De wereld waarin we leven, is niet ingericht om voor ons te zorgen. We moeten ons daartegen verzetten.